Het hypotheekovergangsrecht is sinds 1 januari 2013 van kracht. Het overgangsrecht regelt dat de regels van vóór 1 januari 2013 tot uiterlijk 2044 blijven gelden als je op 31 december 2012 al een eigenwoningschuld (EWS) had voor een woning die jouw hoofdverblijf is. Hypotheekrenteaftrek blijft van kracht ook als je niet maandelijks aflost (zoals bij een aflosvrije hypotheek).
Om het recht te behouden op hypotheekrenteaftrek moet je aan de volgende voorwaarde voldoen:
LET OP! Verkoop je jouw woning waarvoor je op 31 december 2012 een aflossingsvrije hypotheek had en koop je een nieuw woning? Dan behoud je het overgangsrecht alleen als je datzelfde jaar of in het jaar daarna een nieuwe EWS afsluit. Waarbij de nieuwe woning aan jou moet zijn overgedragen via de notaris uiterlijk op 31 december in het jaar na verkoop van de oude woning.
Anders vervalt je overgangsrecht en moet de hypotheek die je dan afsluit volledig voldoen aan de nieuwe hypotheekregels!
Koop je een nieuwe woning waarvan de hypotheek niet hoger is dan je huidige hypotheek (met overgangsrecht), dan hoef je géén rekening te houden met de nieuwe hypotheekregels die gelden vanaf 1 januari 2013. We houden wel rekening bij de hypotheekaanvraag met de regels die op dat moment gelden om in aanmerking te komen voor een hypotheek.
Koop je een nieuwe woning en heb je aanvullend op je leningdeel met overgangsrecht een hogere hypotheek nodig, moet je voor het aanvullende leningdeel voldoen aan de nieuwe hypotheekregels om in aanmerking te komen voor hypotheekrenteaftrek. De aanvullende hypotheek moet je annuïtair of lineair binnen maximaal 30 jaar aflossen. Over het hypotheekdeel dat vóór 1 januari 2013 al bestond, blijven de oude regels gelden. Dit deel kun je meenemen naar je nieuwe woning en onder bepaalde voorwaarden eventueel oversluiten naar een andere hypotheekverstrekker.
Door (gedeeltelijke) aflossing van je huidige EWS verlies je mogelijk het overgangsrecht over het afgeloste deel. Dit houdt in dat je een groter deel van je eventuele toekomstige woning of verbouwing annuïtair of lineair moet financieren. Alleen dan behoud je het recht op renteaftrek.
Bij een echtscheiding hebben beide partners recht op 50% van het overgangsrecht van de EWS.
LET OP: Je kunt het overgangsrecht onderling dus niet overdragen.
Als je EWS (gedeeltelijk) onder het overgangsrecht valt, blijft dit zoals jouw partner zou komen te overlijden. De EWS gaat volgens het erfrecht over naar jou. Dit is van toepassing tot het moment dat de 30-jaarstermijn voor hypotheekrenteaftrek van je partner zou eindigen. Je neemt als het ware de fiscale positie van je partner over. In de praktijk betekent dit dat als jullie samen een aflossingsvrije hypotheek hadden, je die in je eentje mag voortzetten. Je houdt dan het recht op renteaftrek voor die aflossingsvrije hypotheek.
Het overgangsrecht blijft tot 1 januari 2044 van toepassing op hypotheken die op 31 december 2012 al bestonden. Vanaf 1 januari 2044 vervalt het overgangsrecht en is er alleen nog renteaftrek mogelijk voor een annuïteitenhypotheek of een lineaire hypotheek. Met deze hypotheekvormen daalt de EWS ieder jaar en is de schuld aan het einde van de looptijd volledig afgelost.
Neem dan gerust contact met ons op. Wij helpen je graag verder.